Maatwerkvoorzieningen (Wmo)

Participatie en maatschappelijke ondersteuning

De maatwerkvoorzieningen Wmo staan voor materiële voorzieningen om zelfstandig te kunnen functioneren voor mensen met fysieke beperkingen die op basis van een beschikking verstrekt worden. Het kan hierbij gaan om woonvoorzieningen (verhuiskosten, woningaanpassingen, huisautomatisering), hulpmiddelen (zoals rolstoelen en individuele vervoersvoorzieningen), overige voorzieningen gehandicapten en eigen bijdragen.
Dit taakveld valt onder de veranderopgave Transformatie sociaal domein.

De ambitie, visie en belangrijkste uitgangspunten voor het sociaal domein zijn vastgelegd in de Koersnota Van Wijken Weten (maart 2016) en de Uitvoeringsnotitie Sociaal Domein (april 2016).
In het kort samengevat komt de ambitie neer op het volgende:

  • meer maatwerk door integrale intake van de sociale wijkteams, waarbij eerst gekeken wordt naar de inzet vanuit het eigen netwerk, de algemene en collectieve voorzieningen om dan pas uit te komen bij het aanbod van maatwerkvoorzieningen;
  • meer samenhangend aanbod in de wijk ontwikkelen tussen de individuele woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen (WRV-voorzieningen) met de collectieve Wmo- en/of algemene voorzieningen door de sociale wijkteams en de wijkteams Leefomgeving;
  • bundeling van het doelgroepenvervoer: de individuele vervoersvoorzieningen Wmo (kortingspas regiotaxi, zorgtaxi, vervoer naar dagbesteding, vervoer vanuit Jeugdwet) worden samen met het leerlingenvervoer (taakveld 4.2) gebundeld aangeboden;
  • uitgangspunt is dat inwoners zo veel mogelijk met het OV gaan, al dan niet met behulp van een product uit de 'Reiskoffer'.

Samenhang

  • Programma Van Wijken Weten: veranderopgave Wijksturing in uitvoering: versterking algemene voorzieningen in de wijk;
  • Programma Van Wijken Weten: veranderopgave Transformatie sociaal domein: innovatie gericht op kostenbesparing, vernieuwing aanbod met Interactief Aankoop Systeem (IAS); vraag- en wijkgericht gestuurd aanbod;
  • R2 Verkeer, vervoer en waterstaat, taakveld 2.5 Openbaar vervoer in relatie tot doelgroepenvervoer;
  • R4 Educatie, taakveld Onderwijsbeleid en leerlingenzaken: het leerlingenvervoer maakt onderdeel uit van de bundeling van het doelgroepenvervoer;
  • R8 Wonen en ruimte, taakveld 8.3 Wonen en bouwen: hierbij gaat het om levensloopbestendige woningen.

Raadsonderwerpen of Actuele beleidskaders

Raadsonderwerpen:
Plan van aanpak vervolg Doelgroepenvervoer (voor 2017 e.v.).
Actuele kaders:
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015.

Verbonden partijen

  • BVO/DRAN (bedrijfsvoeringsorganisatie doelgroepenvervoer regio Arnhem Nijmegen).

Taken: uitvoering van het gebundelde doelgroepenvervoer.

Overige partners
Gecontracteerde leveranciers hulpmiddelen en woonvoorzieningen.

  • Voor woonvoorzieningen, hulpmiddelen en rolstoelvoorzieningen wordt gekeken naar de mogelijkheden van regionale inkoop;
  • Voor alle rolstoel- en vervoersvoorzieningen wordt gestreefd naar meer (algemene) voorzieningen in de wijken. De algemene voorzieningen zullen in samenwerking met de wijkteams worden gerealiseerd;
  • Doelgroepenvervoer: in april 2016 is Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen opgericht. Een van de taken van deze Vervoersorganisatie is het regelen van het doelgroepenvervoer. De aanbesteding van het vervoer heeft inmiddels plaatsgevonden. De kosten van het doelgroepenvervoer zijn hoger dan begroot, oplopend van € 284.000 in 2017 naar € 884.000 vanaf 2019. Dit komt mede doordat de bijdrage voor het Wmo-vervoer vanuit de Provincie (Samenwerkingsovereenkomst basismobiliteit: SOK) afneemt en er geen rekening is gehouden dat het budget leerlingenvervoer incidenteel was opgehoogd en vanaf het schooljaar 2016-2017 wegvalt. De aankomende periode zal maximaal worden ingezet op het realiseren van besparingen door het (verder) bundelen van het vervoer, het aanpassen van systeemkenmerken (bijv. wijzigen van aanmeldtijden), een verplicht OV-advies, het aanpassen van de maximale reisduur van een leerling van 60 naar 90 minuten, waardoor er meer leerlingen met minder busjes kunnen worden vervoerd, het aanpassen van de tarieven taxivervoer, de instroom vraagafhankelijk vervoer en leerlingenvervoer beperken en het inzetten van meer vrijwilligers.

Het resterende tekort zal gedekt worden met aanvullende maatregelen binnen het beleidsveld. Hierbij wordt rekenschap genomen van de wettelijke beperkingen en bezwaren die hierbij een rol spelen. Hiervoor wordt in 2016 een plan van aanpak met gefaseerde bezuinigingsmogelijkheden opgesteld; de eerste fase loopt tot september 2017.

Prestaties en of effectindicatoren

  • Daling inzet WRV-voorziening door gebruik van meer (algemene) voorzieningen in de wijk;
  • Daling aantal gebruikers aangepast resp. doelgroepenvervoer door stimulering zelfstandig reizen, bijvoorbeeld met het OV.

Monitoring

  • Monitoring sociaal domein voor de WRV-voorzieningen;
  • Doelgroepenvervoer: monitoring vanuit de vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen (BVO DRAN).